Mario De Zutter

Dit besturingssysteem moet zeker niet onderdoen voor andere commerciële versies. Integendeel! Eenmaal je gewend raakt aan Ubuntu, is er niets meer wat je nog mist.

Ubuntu. Klinkt als één of ander tropisch eiland. Helaas vertoef ik deze koude winter noodgedwongen nog meer achter de PC. Vorig jaar had ik deze Linux-variant wel eens uitgeprobeerd, naast het andere. En ik was toen wel gecharmeerd door dit besturingssysteem, maar ik vond het toch nog niet nodig om volledig over te stappen. Een mens is nu eenmaal een gewoontedier.

Het Ubuntu-symbool.

Computer naar de vaantjes

Begin januari begaf mijn computer het. Het moederbord had het begeven en verspreidde een verbrande geur. Gelukkig mocht ik inmiddels van iemand (Bedankt, Bart!) een laptop gebruiken. Uitkijkend naar een nieuwe PC overwoog ik verschillende types, en modellen, maar algauw besloot ik de aankoop van een zogenaamde barebone computer. Met veel meer RAM-geheugen, maar zonder harddisk, want die had ik toch nog. En zonder dvd-brander, want ook dat onderdeel was nog onbeschadigd gebleven in mijn vorige pc.

Geen besturingssysteem

Toen ik mijn nieuwe (halve) pc in huis had, de harddisk, en de dvd-brander wist te plaatsen, bleek mijn aloude, en door velen gebruikte besturingssysteem, niet meer te werken. Blijkt een OEM-versie nu eenmaal vastgeklonken te zijn aan de processor van een pc. Van mijn vorige dus. Dan maar Ubuntu installeren, dacht ik. En daar heb ik nog geen seconde spijt van.

Gebruiksvriendelijkheid

Ubuntu oogt in ’t begin maagdelijk. En ’t is wennen aan de vensterknopjes links bovenaan (alhoewel dit te wijzigen valt). Maar uiteindelijk besef je dat het allemaal toch wel gebruiksvriendelijker is. De meeste software vind je in het softwarecentrum, en programma’s worden netjes gerangschikt in categorieën. Audio en video, educatief, grafisch, hulpmiddelen, internet, kantoor, lettertypen, ontwikkeling, spelletjes, systeem, thema’s en aanpassingen, toegankelijkheid, wetenschap en techniek; u hoeft er allemaal niet achter te zoeken.

Werkbladen

Handig vind ik het gebruik van werkbladen, waarbij er kan gewisseld worden van het ene scherm met geopende programma’s, naar een ander scherm (virtuele vensters). Ook het feit dat een virusscanner niet nodig is, vind ik een enorm pluspunt.